© Rootsville.eu

Elliot Sharp's Terraplane (US)
tiltle: Blue Edge
music: Blues
release date: 2023
info artist: Elliot Sharp


© Rootsville 2023


Elliott Sharp's Terraplane synthetiseert de kruising van country en urban blues met Mississippi fife & drum bands, post-Mingus/Ayler jazz, de sonische innovaties van Sharp's langlopende ensemble CARBON en de ritmische kracht van de groove, van de shuffle tot hedendaagse dansmuziek . Begonnen in 1991, heeft Terraplane vele veranderingen ondergaan met een aantal gastartiesten, waaronder HUBERT SUMLIN, de legendarische gitaarvernieuwer en sideman van Howlin' Wolf en Muddy Waters, evenals zanger/dichters Eric Mingus en Tracie Morris.

Terraplane heeft meedogenloos door Europa getourd met optredens op grote jazzfestivals, in concertzalen, theaters, clubs en op televisie en radio, en heeft daarmee een grote en loyale aanhang opgebouwd. Elke Terraplane-opname onthult nieuwe facetten van de band, van het rootsy eerbetoon aan het gelijknamige debuut uit 1994, de psychedelische jungle-intensiteit van Blues For Next, tot de emotionele kracht van Forgery uit 2008. De nieuwste cd, Sky Road Songs, zal in het voorjaar van 2012 worden uitgebracht door MC Records in de VS en Enja in Europa

Blue Edge verzamelt 25 geremasterde en geremixte versies van Terraplane-tracks uit 2004-2006 die verschenen op de albums Do The Don't en Secret Life, maar ook in partituren voor theatrale werken. De legendarische iconische gitarist Hubert Sumlin is te horen in een aantal nummers en zangers zijn onder meer Tracie Morris, Eric Mingus en Dean Bowman.

Elliott Sharp's Terraplane is terug om hun fantastische Blues for Next op te volgen, waarbij ze overstappen van de inmiddels ter ziele gegane Knitting Factory naar Gaff Music. Terwijl Blues for Next hen echt liet uitbreiden op het geluid dat op Terraplane werd aangeboden, laat hun redelijk directe bluesdebuut, Do the Don't, ze alle elementen distilleren die Blues for Next zo'n succes maakten in een scherp gerichte (woordspeling bedoelde) toekomst. blues die feitelijk sterkere banden heeft met de rauwe eclectische blues van de jaren '50 en '60 dan vrijwel elk ander bluesalbum dat in de afgelopen twintig jaar is opgenomen. Terwijl het laatste album één schijf bevatte gewijd aan de gastartiesten en nog een schijf gewijd aan het op nieuwe manieren uitbreiden van de bluestraditie, slaagt Do the Don't erin de twee benaderingen op een opmerkelijk organische manier te integreren.

Er bestaat geen twijfel over dat dit diepe bluesnummers zijn die volledig doordrenkt zijn met alles wat zelfs voor een gewone bluesluisteraar zou kunnen betekenen; het is een gevoel dat je niet kunt ontkennen. Aan de andere kant staan er op dit album geluiden die waarschijnlijk nog nooit eerder op een bluesalbum zijn gehoord, en de band weet dat allemaal vlekkeloos voor elkaar te krijgen. Sam Furnace, voornamelijk op baritonsax, klinkt hier fantastisch, tijdens wat tot zijn laatste opnamesessies behoorden. Als ritmesectie zitten Dave Hofstra en Sim Cain in de broekzak, en terwijl Cain als Drumbo op 'Oil Blues' optreedt, weet hij ook wanneer hij achter de beat moet gaan liggen voor een echt bluesgevoel. Eric Mingus en Dean Bowman zijn allebei uitstekende vocalisten, en zorgen samen met Sharp voor bluesachtige teksten die nooit afhankelijk zijn van standaard bluesclichés. De echte ster is natuurlijk het gitaarspel van Sharp.

Hij beschikt over een scala aan de smerigste gitaarklanken die je je maar kunt voorstellen, en zijn gitaar huilt, schreeuwt en gromt van overgave. Zijn solo's zijn soms roekeloos en duizelingwekkend, maar verliezen nooit het gevoel van de blues, wat een hele prestatie is, aangezien sommige mensen zich op hun hoofd zullen krabben om erachter te komen hoe hij doet wat hij doet. Er zitten ook enkele smakelijke productiedetails in de mix: de werveling van tremologitaren op de achtergrond van ‘Lost Souls’ en ‘Stop That Thing’, de oordeelkundig gebruikte triggers in Cain’s hybride kit op ‘Life in a Crackerbox’, en de geprogrammeerde ritme van "In the Drift." "Lost Souls" valt ook op door zijn werkliedachtige refrein en jammerende lap steel van Sharp. In feite heeft vrijwel elk nummer een verbluffende gitaarsolo, of het nu elektrisch, akoestisch of lapsteel is. Do the Don't is moderne, hedendaagse elektrische blues die nooit het lef en vetheid vergeet van de mannen die er de pioniers van waren, en die de glans en veilige blueslicks van zoveel hedendaagse bluesalbums volledig schuwt. Dit is the real deal, gespeeld door mannen die echt begrijpen waar echte blues om draait. Misschien is dat de reden waarom een bluesgitaargod als Hubert Sumlin al jaren bij deze jongens zit, en niet bij bluesposers als Jonny Lang of Keb 'Mo'. Sterk aanbevolen.

tracks:

01. Oily Blues (Feat. Hubert Sumlin) ( 5:56)
02. Skrambled ( 4:52)
03. Soul Perdu ( 7:34)
04. Know Nobody No ( 5:51)
05. Down Up ( 1:15)
06. Exit Blues ( 4:29)
07. Stop Stop Stop (Feat. Hubert Sumlin) ( 5:38)
08. Train Again ( 2:51)
09. Edifice Wrecks ( 6:40)
10. Crackerbox Life ( 5:59)
11. Minor Steel ( 3:10)
12. Taking Leave (Feat. Hubert Sumlin) ( 6:13)
13. Falling Off The Edge Of The World ( 3:59)
14. Just Don't ( 6:17)
15. Clandestination ( 4:31)
16. Null Path ( 1:37)
17. Kings Three ( 2:47)
18. Eviction Notice ( 9:46)
19. Canis Major ( 2:53)
20. Crime Prime ( 3:23)
21. Crackerville Double ( 4:48)
22. Quandary ( 5:28)
23. Drift ( 4:50)
24. L8R Babe ( 5:28)
25. State Of Blue (10:41)